Oslopgesloten
5.11.14


Drie maanden (werkend) in Oslo en geen dag buiten de stadsgrenzen. Gelukkig is er het fjord, het bos, de bergen, de meren, de rivier. Gelukkig is Oslo mooi. Gelukkig verschillen de wijken genoeg om middagjes te kunnen doen alsof je ergens anders ben en gelukkig is er een gratis Ikea-bus die daadwerkelijk met je de stad uitrijdt (zonder dat het je een cent kost). Gelukkig voelt het niet als opgesloten, maar eigenlijk ben ik dat wel een beetje. Opgesloten in Oslo, opgeslokt door Oslo.

Het voordeel: na 92 hele dagen in één en dezelfde stad heb ik ondertussen wel meer dan de helft van de wijken heb gezien en dus overal een beetje herinneringen gekweekt. Hurra.



1. Rodeløkka.
Het is een zaterdagochtend die begint met muesli-ontbijt met heel (!) veel fruit en eindigt met drie kokosbollen in een doosje. Eén gewone, twee met dropsmaak. Ik had haar niet eerder ontmoet, maar we kletsen en lachen en maken grapjes, om na dat kleine uur en grote ontbijt te besluiten nog even door de mooiste tuin te wandelen. Appels aan de bomen en gras tussen onze tenen.

2. Grünerløkka.
Het regent, maar dat maakt niet uit wanneer ik voor het eerst in mijn blauw-met-roze regenlaarzen rondhuppel en ren en dans zonder ook maar één natte teen te krijgen. Ik spring in een plas zoals ik als 5-jarige altijd deed als het regende en vergeet in mijn enthousiasme dat hij die in gewone schoenen naast me loopt niet zo blij wordt van de spetters. Sorry. We drinken thee en warmen op en blazen rookwolkjes van de kou als we weer buiten zijn (en ik spring weer in wat plassen).

3. Gamlebyen.
Ik loop van mijn twintigste hospiteermiddag terug naar de tramhalte, voorbij mooie huizen en mosterdgeel Volkswagen-busje, met een goed gevoel ook wel. (Ik kreeg de kamer niet.)



4. Sagene.
Onder de grootste steen in de tuin achter het (licht)gele hek ligt de sleutel van het huis waar ik geen eigen sleutel van heb, en ook niet echt woon, maar wel "zolang als het nodig is" de bank mijn bank mag noemen. Ik val bijna elke avond in slaap naast de kat des huizes, ontbijt nooit alleen en heb elke avond wel iemand om mee te kletsen of film te kijken op die bank. Zonder het liefste Noorse meisje had ik die maand dat ik geen eigen kamer had al mijn spaargeld er doorheen moeten jassen (ofzo). Zonder haar stelt Oslo sowieso een stuk minder voor.

5. Majorstua.
Toen de grootste spin die ik ooit zag door mijn kamer huppelde smste ik hem meteen, die binnen een seconde reageerde en me geruststelde (voor zover dat ging). Dus we spreken af. We frisbeegolven, ik blijk een natuurtalent en val bovendien in de modder, waardoor de buschauffeur ons niet graag meer heeft en we het Koreaanse restaurant niet binnen durven. Pizza kan wel. We kletsen en lachen en eten onze pizza's pas als ze al afgekoeld zijn en mijn hoofd eindigt op zijn schouder en zijn hand in de mijne en hij neemt de metro en ik de bus en we zien elkaar nooit meer.

6. St. Hanshaugen.
Mooie huizen, mooie winkels, mooie planten, wietplanten in de struiken (en niemand die eraan komt), bergaf op de fiets zodat je niet genoeg versnellingen hebt en barbecueën en Zweedse puzzels oplossen en rondjes door het park lopen omdat we de uitgang niet kunnen vinden.

7. Frogner.
- Stiller dan hier op een doordeweekse avond in de zomer wordt het zeker niet? vraagt vrolijke zij met haar krulletjes die bij me op bezoek is. - Ik denk het niet, nee. Dus we lopen midden op de straat, gaan op het kruispunt zitten en kijken de weg naar beneden af over het fjord, langs de mooiste huizen in pastelkleuren en met torentjes en achter elke deur een binnenplaats verstopt, waarvan ik het merendeel nooit zal zien. Bijna elf uur en het is nog licht. We proosten met flesjes water op de zomer, op Oslo, op elkaar, op het leven.

8. Torshov.
We kopen de laatste barbecue bij onze supermarkt, een party-uitvoering omdat de rest al weken uitverkocht schijnt te zijn. De zomer is plots terug, al zijn wij de enige die nog barbecueën in Torshovparken. We filmen radslagen in slow motion met Huisgenoots nieuwe iPhone, ik ga scheef en hij valt op zijn kont en pas wanneer de zon helemaal weg is, het zelfs onder het dekentje te koud is en onze aardbeien + marshmallows + chocola opgegeten zijn, zeggen we de zomer gedag.



9. Bislett.
Op de hoek bij de speeltuin, tegenover het balkon met in de WK-tijd een oranje vlag en heuse knuffel-leeuw, zeggen we Doei en Misschien wel tot snel, of niet? - Ja, tot snel. Hij lacht en ik ook en terwijl de kindjes om ons heen rennen vergeet ik de rest van de wereld even in de langste / fijnste / gezelligste / meest onverwachte / beste knuffel van de zomer. Van het jaar. Van Oslo.

10. Kampen.
Bezoek brengt me altijd naar stukje Oslo die ik niet eerder zag, zoals Kampen op een zonnige woensdagmiddag die plots verrast werd door stortregen. De houten huisjes bestaan in alle mogelijke kleuren en aangezien zelfs de daken geverfd zijn dacht ik alleen maar: Reykjavík! Reykjavík! Reykjavík! Dat is het niet, maar toch.

11. Bjølsen.
Eén middag in het studentenwijkje, incl. eten en wijn en appelflappen.

12. Tøyen.
In plaats van wijn drinken in zijn tuin wandelen we door de botanische tuin en kletsen alsof we elkaar al jaren kennen, maar het tegendeel is waar. De planten in de enorme kassen zijn prachtig en de vlinders in de vlindertuin misschien nog wel mooier, maar we slaan alles over en drinken liever koffie en kletsen meer en wandelen door de hele stad om op de hoek bij de speeltuin, tegenover het balkon met in de WK-tijd een oranje vlag en heuse knuffel-leeuw zeggen we Doei en Misschien wel tot snel, of niet? - Ja, tot snel.

13. Vika.
- Hier is de catwalk van Oslo, hier gaat het erom hoe je eruit ziet, wordt me verteld. Ik kijk om me heen en lach omdat het ene na het andere meisje halfstruikelend op veel te hoge hakken (en in té korte rokjes) voorbij komt. Eens en waarschijnlijk niet zo vaak meer.

14. Grønland.
Groenland, waar meer kleuren en culturen en talen bij elkaar komen dan in de rest van Oslo bij elkaar. Elke keer als ik de tram naar Brugata neem en de weg oversteek om de Grønland-ghetto in te slenteren voel ik me soortvan thuis. Grønland is alles wat ik soms aan Brussel mis: goedkope groente en fruit, (heerlijk) gek eten, mensen die je aankijken (maar je nooit lastig vallen, het blijft Noorwegen) en de fijnste feestjes en concerten. Åh, Grønland. Grønland kleurt de stad.



15. Ila.
Het beste geheim van Oslo zit op de hoek van Kingos gate, als je het mij vraagt. Hier eet je de beste humus en falafel van de hele stad (ja, beter dan in Grønland) terwijl je denkt in een tienerkamer beland te zijn, met een paar eerste planten, gekleurde lichtjes en ontelbaar veel uitgeknipte stukjes tijdschrift en quotes op de muren. Hier speel ik tafelvoetbal en kom ik elke week terug.

16. Akerbrygge.
- Hier is de verlengde catwalk van Oslo. Hier moet je ook enorm op je uiterlijk letten, vooral als je uit wil gaan of fancy vis wil eten, vervolgt mijn gids zijn verhaal. Ik negeer Akerbrygge altijd, op het uiterste puntje met misschien wel het mooiste stukje stadsstrand en het moderne museum na. Het interessante wat ik hoor is het feit dat de hele straat vloerverwarming heeft (!) en het mooiste wat ik zie een stukje kleurrijke graffiti tussen alle grijze, hoge, spiegelachtige gebouwen. Het beste wat we die middag doen? Akerbrygge weer verlaten.

17. Ekeberg.
Terwijl we hartje zomer in de museumwinkel van Nasjonalgalleriet staan en Noorderlicht-kaarten bekijken vraagt ze me semi-serieus of we die vannacht misschien ook kunnen zien. - Zullen we zo even naar de toeristeninfo gaan om te checken hoe laat de show begint? Ik lach en zeg dat ik haar in elk geval het mooiste uitzicht van Oslo kan laten zien, wat ik zelf ooit op een andere ansichtkaart zag. Maar mijn normaal zo betrouwbare GPS laat me dit keer grandioos in de steek, want op de snelweg kun je niet wandelen en steile bergen klim je niet zomaar op. We lopen achter elkaar langs de snelweg, bijna een uur om een bushalte te vinden die ons toch naar het uitzicht brengt. Utsikten blijkt echter de foute halte, maar gelukkig worden we op tijd gewaarschuwd en zien het dus toch. Het uitzicht. - Maar ik had liever het Noorderlicht gezien, hoor.

18. Fagerborg.
Zeven weken woonde ik in een kamer die niet van mij was, om vervolgens twee weken op een appartementje te passen wat óók niet van mij is, maar wel een beetje zo voelde. Ik huppel in mijn blote kont van de douche naar m'n kleding die op bed liggen en bak eitjes in mijn onderbroek.



Oslo is nog altijd mijn lievelings, maar het is even een beetje te veel. Daarom neem ik over 24 uur een vliegtuig om de komende dagen even niet langer aan Torshov of Bislett of Grünerløkka te denken, maar aan Nørrebro en Vesterbro, aan Køben en Skåne, aan nieuwe plekken nieuwe dingen nieuwe herinneringen. En hopelijk een beetje aan Oslo, zodat ik zin heb om weer terug te gaan.

6 opmerkingen:

  1. Wat kan jij dingen toch mooi verwoorden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een hoop wijken in Oslo! En wat heb je een hoop mooie herinneringen gemaakt. Prachtig opgeschreven ook :)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Stiekem is het best wel fijn om dingen zo op een rijtje te zien ja, ik mag niet klagen :) Al is dit net de helft van alle wijken zo ongeveer, dus hopelijk komt er nog een boel bij!

      Dank je wel :*

      Verwijderen
  3. dit is zo mooi en zo fijn dat ik het al vier keer opnieuw gelezen heb (en vast nog vaker lezen zal..)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ooooooh <3 Hetzelfde geldt voor jouw comment, die lees ik denk ook nog wel eens vaker. Zo lief, dank je.

      Verwijderen

Elke reactie maakt mijn dag een beetje beter. Dus, dank je.
(Mailen mag ook: heimarlou@gmail.com)